MODOU TOURÉ - TOUKI

We leerden Modou Touré een jaar of vijf geleden kennen, toen hij, samen met Ramon Goose de redelijk fantastische “The West African Blues Project” uitbracht, een plaat die destijds menig eindejaarslijstje sierde en waarmee hij eigenlijk op nogal forse wijze de deur naar de Grote Doorbraak intrapte. Ter herinnering: de jongeman is Senegalees, had een vader -Ousmane Touré- die al evenmin onbekend was, want spilfiguur en naamgever van Touré Kunda, één van de bands waar we ons kleine beetje bekendheid met West-Afrikaanse muziek te dan ken hebben.

Deze CD is zijn debuut onder eigen naam en laat ons een kerel horen, die van vele markten thuis is: Afro-pop, AfroBeat, funk en rock: het zijn allemaal genres, die hij in z’n portfolio heeft zitten. Tel daarbij op: een zijden, fluwelen stem, expressieve zang, zin voor knappe melodieën en, niet te onderschatten, een ijzersterke ritmesectie en je krijgt een eindresultaat dat meer dan zomaar het beluisteren waard is.

OK, Modou baseert zijn songs nadrukkelijk op de Senegalese traditie, maar hij vertaalt ze wel naar het leven van vandaag en hij doet dat middels elf songs die samen afklokken op 39 minuten. Ook dat is hedendaags, als je kijkt naar wat West-Afrikaanse muzikanten doorgaans uitbrengen: nummers van 6 of 7 minuten zijn daar eerder regel dan uitzondering. Modou zingt zowel in het Engels en Frans als in traditionele talen: Wolof,Mandinko en Soninke en hij heeft het over universele thema’s als Liefde, Lotsbestemming, Identiteit en hoe die te herkennen en bereiken, de drukte van de kindertijd, relaties, het gezin en toevallige ontmoetingen in de straten van Dakar. Enfin, dat is wat het persblaadje van de platenmaatschappij me vertelt, want ik ken noch Wolof noch Soninke, noch Mandinko.

Wat ik wel heb, is een stel oren en die horen een erg hechte groep muzikanten, onder leiding van de gitaar van Modou en de schitterende percussie van kompaan Papis Dongue. De productie was mee in handen van James Ribbans, die ook nog akoestische gitaar speelde, de foto’s maakte voor het boekje e achter de knoppen zat in zijn eigen studio in Londen. Een deel van de plaat werd in Frankrijk opgenomen, in de studio van Dongue, zodat je deze plaat eigenlijk een soort muzikale rally Parijs-London-Dakar kunt noemen.

Met de toevoeging van een fraai stel blazers, drie Daves, Priseman, Keech en Lewis en een toetsenman, die bijzonder funky kan klinken (Nikolaj Torp Larsen, de duizendpoot die te horen is op platen van Adele, Amy Winehouse, Florence & the Machine en nog zo’n zeventig anderen…en die vandaag de wereld rond toert met The Specials als vervanger van Jerry Dammers), wordt dit een heel fijne, moderne Afrikaanse wereldmuziekplaat. Bij wijze van goede raad geeft Modou ons nog mee, dat we met zij allen misschien iets te vaak en te veel de neiging hebben om uit te kijken naar wat morgen zal brengen. We moeten terug leren blij en tevreden te zijn met wat we vandaag al hebben. Kunnen we ’t daarover met hem eens zijn?

(Dani Heyvaert)

 

 


Artiest info
   
 

label: ARC Music

video